De Auto
- Hij was een tweedehandsje, maar keurig in de lak
- Bekleding netjes, geen krasje op het dak
- Hij stond hier mooi te wezen, teneinde aangekocht
- Zijn broeders naast hem, soms werd er eentje uitgezocht
- Dan kwam er een meneer, en werd de buit bekeken
- En werden alle ins en outs, met elkaar vergeleken.
- De staat van de banden, en die van het interieur
- De kilometerstand en niet te vergeten de gangbare kleur
- Er werd tegen banden aangetrapt, (de spanning controleren)
- Een proefrit gemaakt, meestal door de heren
- Vaak kwamen ze terug, een dag of wat daarna
- Dan waren ze in gezelschap van hun vriendin of eega
- Ze vertelden dan de voor en tegens, prezen er één de hemel in
- Het was aan de vrouw vaak de keuze, meestal kreeg zij haar zin
- Maar manlief had dan vaak manipulerend het proces ingezet
- En de auto van zijn keuze werd zo toch op zijn naam gezet
- Nu kwam er dan een man wat nader bij hèm kijken
- Hij vergeleek en liet zijn waardering voorzichtig blijken
- Zijn vrouw zou worden opgehaald om samen een stukje te rijden
- En rustig wachtte hij af, en op hen beiden
- De sleutelkaart stak weer in de gleuf, zo fijn
- Het was niet goed om een stilstaande auto te zijn
- Hij deed zijn best om de proefrit te doen slagen
- En onderwijl hoorde hij de man zijn vrouw vragen
- Hoe vind je dat hij zit? De bekleding is nog prima, nietwaar?
- En hoor je de motor, veel rustiger, dat is wel voor elkaar!
- Met de prijs is nog wel iets te ritselen volgens mij
- En de kleur, die is toch netjes, wat vind jij?
- De vrouw luisterde naar zuchtjes, piepjes, dat kon je merken
- Maar geruststellende woorden deden zijn keuze versterken
- Zijn kleur kon de vrouw weinig schelen, wat fijn
- Veilig, betrouwbaar en droog zitten, zouden belangrijk zijn
- Dan kon ze instemmen met de keuze, vond toen de man
- Want veilig en betrouwbaar daar was wel sprake van
- Het deed de auto goed dat te horen en glom van plezier
- Hij opende bij terugkomst dan ook soepel zijn portier
- Nu reed hij een weekje of wat voor het stel
- Hij begon ze te kennen, hij mocht deze mensen wel
- Ze waren verschillend, toch beiden één
- Maar hield de man van rijden, de vrouw móest ergens heen
- Hij vond dat de vrouw wel iets extra’s verdiende, bedacht toen wat
- Hij ontsloot toen de deuren alvorens ze de sleutels beet had
- Hij wis/waste minder als ze stil stond voor het rode licht
- Zo probeerde hij haar te triggeren, zo heel vederlicht
- De vrouw bleek opmerkzaam en zei, “Dank u wel”
- Als ze vroeg, “U mag open” deed hij dat snel
- Daarvoor hoefde zij de sleutel niet te pakken
- Hij vond het leuk, wilde haar voorzien van vele gemakken
- Eens stapte ze in en startte de wagen, haar sleutel totaal vergeten
- Hij bood zijn diensten, liet het haar niet weten
- Haar gedachten waren bij dat grote gebouw met zieken er in
- Om haar te storen, met niet starten, daarin had hij geen zin
- Hij reed haar naar huis en bij het stilstaan ontdekte ze de fout
- Onderweg had ze gewoon op hem vertrouwd
- “Dank je wel” zei ze, opgelucht dat er niets was fout gegaan
- Verward door de routinefout, ze moest beter opletten voortaan
- Ze kregen een band, het rijden vond ze nu niet meer zo naar
- Ze voelde zich veilig bij hem, het kwam dik voor elkaar
- Hij was blij dat zij hem hadden gekozen, was zeer tevree
- En de vrouw nam steeds vaker de auto die haar zo pleasde mee
M.K. Peta
18 maart 2013